creatieve haakwerkjes: Tutorials/ werkwijze. De kneepjes van haken!

Hieronder staan enkele websites met filmpjes/foto's over hoe te haken. Hopelijk hebben jullie er iets aan. Kom je er niet uit of heb je vragen...? Mail me dan! wilmadiender@gmail.com Misschien kan ik je verder helpen.

http://www.hookandneedles.com/2008/03/amigurumi-tutorial-1/

http://franciens-haakwerk.blogspot.nl/2013/01/sneaky-preview-of-ripple-een-heerlijke.html

HAKEN

Haken is een ontspannende bezigheid en biedt veel mogelijkheden. Tafelkleedjes zijn kantachtig
vooral als er met dun garen gewerkt wordt. DMC heeft verschillende diktes van haakgaren, wit of
ecru maar ook gekleurd garen kan heel goed. Als het garen glanst heet het Perle. Ook een goede
haaknaald is belangrijk, de dikte moet in overeenstemming zijn met het garen en ook het haakje is er
in gewone uitvoering of een fijner haakje speciaal voor fijnhaakwerk. Een gehaakte raamhanger staat
mooi op een raam. Deze wordt in filet gehaakt en in een metalen vorm (rond, ovaal, vierkant of
rechthoekig) gespannen. Kastrandjes staan luxe aan planken in een kast. Gordijnen kunnen ook
worden gehaakt, meestal van iets dikkere katoen dan de kleedjes, glad en gespannen met een groot
patroon of gerimpeld in bloem- of zigzagmotieven. Ook allerlei dieren zijn te haken, hier kunnen
vaak restjes wol voor gebruikt worden. De mogelijkheden in haakwerk zijn onbeperkt. Voor andere
steken, patronen of vragen, stuur gerust een berichtje.

Haaksteken

Altijd met een ketting van lossen beginnen en daarna in de gewenste steek haken. Bij het begin van
een toer in haaksteken altijd eerst 2 of 3 lossen haken(dit ligt aan de hoogte van de te haken steek).
Dit is tevens de eerste steek van een toer. Er is ook nog verschil tussen de hele steek opnemen of een enkele steek, meestal is dit een hele steek.

	Ketting van lossen Maak vanaf 8 cm. een lusje in de draad en zet deze op de haaknaald. Het uiteinde van de draad voor de linker wijsvinger en de te verwerken draad achter de wijsvinger leggen en beide draden tussen de hand vasthouden. Steek de haaknaald van links naar rechtsonder de draad op de vinger en haal deze door de lus op de haaknaald. Maak zo alle steken tot de gewenste lengte.
	Halve vasten De haaknaald insteken, de draad naar voren over de haaknaald leggen en deze door de 2 steken halen.
	Vasten De haaknaald insteken, haal de draad naar voren op de naald (omslag) en haal deze door 1 steek op de haaknaald, 1 omslag en deze door de 2 steken op de haaknaald halen.
	Halve stokjes 1 omslag, de haaknaald insteken, 1 omslag en deze door 1 steek op de haaknaald halen, 1 omslag en door de 3 steken op de haaknaald halen.
	Stokjes 1 omslag, de haaknaald insteken, 1 omslag, deze door 1 steek van de haalnaald halen, 1 omslag en door 2 steken halen, 1 omslag en door de laatste 2 steken. halen.
	Dubbele stokjes 2 omslagen, de haaknaald insteken, 1 omslag en door 1 steek. halen, 1 omslag en door 2 steken halen, 1 omslag en door 2 steken halen, 1 omslag en door de laatste 2 steken halen.
	Pico's Dit is een afwerksteek, deze wordt gebruikt in kleedjes of een randje om een haakwerkje heen. 1 vaste, 3 lossen, de haaknaald in de vaste steken en 1 halve vaste haken, 1 steek overslaan.
	Feston 1 vaste, 3 lossen, 1 steek overslaan, 1 vaste, 3 lossen, 1 steek overslaan. enz.
	Filet Deze steek bestaat uit open en dichte hokjes. Een open hokje is 1 losse, 1 steek overslaan, 1 stokje. Bij de volgende toeren de stokjes boven elkaar haken. Een dicht hokje is 3 stokjes naast elkaar en bij de volgende toeren 1 stokje op een stokje, 1 stokje om de losse, 1 stokje op een stokje. Als de hokjes iets groter moeten worden dan 2 lossen haken en bij een dicht hokje 2 stokjes om de losse van een open vakje, in totaal zijn er dan 4 stokjes naast elkaar.
	Gehaakte motieven In de rondte haken. Bloem: een ketting van lossen haken, zo groot/ klein als het middelpunt moet worden, meestal een steek of 6 en sluit met een halve vaste in de eerste losse zodat er een kring ontstaat. In dit kringetje vasten haken, hierbij om de ketting van lossen de haaknaald insteken en sluiten met een halve vaste. Bloemblaadjes: een ketting van lossen haken, 1 steek overslaan, 1 vaste en stokjes op de rest van de kettingsteken haken, 1 steek overslaan en 1 halve vaste in de vorige toer.
	Klein kringetje Om een heel klein kringetje te krijgen de draad 2 maal om de duim winden en het uiteinde goed tussen de hand vasthouden. Vasten om 1 draad haken, als de laatste steek gehaakt is de begindraad aantrekken zodat het kringetje sluit, 1 halve vaste om de toer te sluiten